Burgers kunnen door een toegenomen vraag en hogere werkdruk bij gemeenten langer wachten op een nieuw paspoort of identiteitskaart, zo laat staatssecretaris Van Huffelen van Digitalisering weten. Bij de meeste gemeenten kan binnen twee weken een afspraak worden gemaakt, maar bij sommige gemeenten bedraagt de wachttijd dertien weken.
Volgens Van Huffelen heeft de opgelopen wachttijd meerdere redenen. Zo geven gemeenten met wachttijden aan dat dit mede komt door hulp aan Oekraïense vluchtelingen. Andere redenen zijn de werkdruk en toegenomen vraag. Zo waren er in maart de gemeenteraadsverkiezingen die door de afdelingen burgerzaken van gemeenten worden gecoördineerd en er worden momenteel ook meer paspoorten en identiteitskaarten aangevraagd.
“Deze piek is altijd in het voorjaar, vanwege de naderende meivakantie. Wegens uitgestelde aanvragen door de lockdowns, de mogelijkheid om te reizen en vanwege de berichtgeving over de opgelopen wachttijden is deze piek hoger dan voorgaande jaren”, zo stelt de staatssecretaris. “Daarnaast werd tijdens de lockdown voor rijbewijzen coulance toegepast, zodat van de toen verlopen documenten, die langer gebruikt mochten worden, de vernieuwingsaanvragen op dit moment komen.”
Van Huffelen vindt de opgelopen wachttijd onwenselijk, maar stelt ook dat er veel van het baliepersoneel van gemeenten wordt gevraagd en door de komst van Oekraïense vluchtelingen sprake van een uitzonderlijke situatie is. “Dit levert extra werkdruk op voor gemeenten, die – naast de reguliere werkzaamheden zoals de aanvraag en uitgifte van paspoorten, ID-kaarten en rijbewijzen – verantwoordelijk zijn voor de inschrijving van personen in de BRP. Deze situatie is uitzonderlijk en moet ook als zodanig beschouwd worden.”
Bron: Security.nl